Psalm 19:15 Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn. O Here, mijn rots en mijn verlosser.
In deze psalm spreekt David de wens naar God uit, dat de woorden die hij zegt, Hem welgevallig zijn. In dezelfde zin heeft hij het ook over de overleggingen van zijn hart. Dus alles wat er in zijn hart rond gaat en wat hij bedenkt: hij verlangt er naar dat God het goed vind. David had een diepe persoonlijke relatie met God. Hij ging dag aan dag alleen met de schapen het veld in, en speelde zijn liederen op zijn harp. Daar, waar hij alleen was, zocht hij de verbinding met God. En juist omdat hij God zo ernstig zocht, en zijn hart naar Hem uitging, werd David door God geweldig gezegend. Hij zocht in alles eerst Gods koninkrijk en God gaf hem in overvloed. In alles was God met hem, en van een eenvoudige herdersjongen, die Goliath versloeg, werd David een van de belangrijkste koningen, die Israël gehad heeft.
Zoals God Zijn geliefde kind David beschermde, zo beschermt Hij ook jou. Zoals Hij het hart van David doorgrondde, zo doorgrondt Hij ook dat van jou. God houdt zo enorm veel van Zijn kinderen.
En jij bent daar één van als je in Hem gelooft.
Die belofte staat in Johannes 1:12. Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.
Ondanks al jouw falen, al je fouten en zondes houdt God van jou. Wanneer je Zijn koninkrijk zoekt, zul je ervaren dat Hij je bovenmatig zegent. Laat de overleggingen van je hart Hem welgevallig zijn. Zoek Hem, voordat je iets gaat ondernemen. Vraag Hem om raad, en Hij zal je antwoord geven. Misschien niet direct, maar weet dat Hij je gebed echt wel heeft gehoord. Op Zijn tijd zal Hij antwoorden. Op Zijn tijd, zal Hij je dingen openbaren. Zorg dan, net als David in het veld, en Jezus die zich vaak terugtrok om in stilte te bidden op de berg, en Elia in de grot, dat je in de rust bent waar je Zijn stem kan verstaan.
Je mag God altijd vragen om je te helpen om Hem welgevallig te zijn, en dat de woorden die je spreekt van Hem mogen zijn: Als je dit verlangen, met een oprecht hart, aan Hem kenbaar maakt, zal Hij je hierin zeker tegemoetkomen en zegenen. Want ook al lijkt het soms of alles onder onze voeten is weggevaagd: Hij zal altijd voor je staan met open armen.
Jak. 4:8 Nader tot God, dan zal hij tot u naderen.
Vergeet niet; God is nog steeds dezelfde God als daar bij David in het herdersveld. Hij is het van wie wij het mogen verwachten. Hij is het die ons al kende voordat wij in de moederschoot geweven werden. Hij is het die een geweldig plan met ons leven heeft. Dus: leef dat overgegeven leven voor Hem, en vertrouw erop dat Hij je altijd zal opvangen.
Romeinen 10:11 Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.